foto's afdrukken
Voor het afdrukken van een zwart-wit foto heb je minimaal de volgende items nodig:
- Vergroter met lens (50 mm kleinbeeld, 80 mm middenformaat, 135 mm 4x5" vlakfilm)
- Vergrotingsbord
- Dokalamp (rood)
- Multigrade filters
- Korrelzoeker of scherpstel loep
- Dokaklok/timer
- Ontwikkelschalen (3x)
- Papiertangen (3x)
- Thermometer
- Chemie: Papierontwikkelaar, stopbad, fixeer.
- Fotopapier (multigrade)
Al deze benodigdheden kan je nieuw kopen, maar ook via marktplaats goedkoop tweedehands aanschaffen, op de chemicaliën en het papier na. Zwart-wit fotopapier mag absoluut niet worden blootgesteld worden aan daglicht, maar is ongevoelig voor puur rood dokalicht. Er zijn twee soorten typen fotopapier, namelijk papier met een vaste gradatie en multigrade papier. De gradatie houdt in de mate van contrast. Gradatie 1 is zeer zacht contrast, gradatie 5 is zeer contrastrijk. Vanaf nu wordt op deze site alleen multigrade papier besproken. Voor het belichten van multigrade papier zijn multigrade filters nodig.
Vergroters zijn verkrijgbaar in diverse uitvoeringen, namelijk met diffusor, condensor of met een combinatie van beide. Een diffusor is een matglas dat ervoor zorgt dat het licht evenredig over het fotopapier wordt verdeeld. Een diffusor zorgt voor een wat zachter contrast. Een condensor zijn twee omgekeerde halfronde lenzen. Deze geven een scherper en contrastrijker afdruk. Nadeel is dat hierbij stofdeeltjes ook scherper worden afgedrukt. Bij een combinatie van beide probeert men beide positieve eigenschappen te combineren. Bij het vergroten van kleinbeeldfilm is een 50mm lens nodig. Bij het vergroten van rolfilm (middenformaat) is een 80mm lens en bij grootformaat 4x5” vlakfilm is een 135mm lens nodig. Dit zorgt ervoor dat de vergroterkop niet dichtbij of te veraf van het fotopapier komt te staan. Bovendien zijn dit de standaardlenzen bij camera’s van elk type filmgrootte. Moderne vergroters zijn uitgerust met een lade waarin multigrade filters geplaatst kunnen worden.
Multigrade filters zijn genummerd van 00–5 in stappen van een halve stap, waarbij het laagste filternummer overeenkomt met het zachtste contrast. Multigrade papier is gevoelig voor groen en blauw licht. Filters in deze kleuren zijn te donker. Door deze te mengen met rood worden de kleuren lichter, namelijk geel en magenta. Fotopapier is niet gevoelig voor rood licht. De belichtingstijd voor filters 00–3½ is hetzelfde en wordt vervolgens eenvoudigweg verdubbeld voor filters 4–5, en hierdoor hoeft er bijna geen omrekening plaatst te vinden.
Wanneer de ontwikkelschalen zijn gevuld met ontwikkelaar, stopbad en fixeer dan kan er een negatief in de vergroter worden geplaatst. Als dan het licht is uitgedaan en de dokalamp staat aan, dan kan een vel fotopapier uit de verpakking worden gehaald en op het vergrotingsbord onder de vergroter worden gelegd. Onder de lens van de vergroter zit een houder met een rood filter. Deze wordt nu tussen de lens en het fotopapier gedraaid. Als nu de vergroter wordt aangezet dan verschijnt na het scherpstellen bij een volledig open gedraaid diafragma en een multigrade filter van 2½ een rood beeld op het fotopapier. Omdat fotopapier ongevoelig is voor rood licht gebeurd er nu nog niets. Met de korrelzoeker of scherpstel loep wordt nu heel precies scherp gesteld zodat de afzonderlijke korrels zichtbaar zijn.
Met een stuk karton kan een groot deel (bijvoorbeeld 9/10e deel) van het fotopapier worden afgedekt. Nu kan het rode filter tussen het fotopapier en de lens worden weggedraaid. Het diafragma wordt naar ongeveer op f/5.6 gedraaid. Met de dokatimer kan nu 1 seconde het fotopapier worden belicht. Daarna kan het karton 1/10e deel verder worden verplaatst. Opnieuw kan er 1 seconde worden belicht. Dit kan dan verder herhaald worden. Nadat deze proefstrook volledig is belicht kan deze worden overgebracht naar de schaal met ontwikkelaar.
Wanneer het fotopapier is ondergedompeld met behulp van de papiertang die bij de ontwikkelschaal hoort, moet het papier zo lang in de ontwikkelaar blijven totdat deze volledig is uitontwikkeld. Pas daarna mag het papier worden overgebracht naar het stopbad. De tang van het ontwikkelschaal mag absoluut niet in aanraking komen met het vloeistof van het stopbad. Na 1 minuut kan met behulp van de tang van het stopbad het papier worden overgebracht naar het fixeerbad. De tang van het stopbad mag niet in aanraking komen met het fixeer. Na ongeveer 7 minuten kan het fotopapier worden overgebracht na bijvoorbeeld een wasbak of emmer om te laten spoelen.
Nu kan de proefstrook beoordeeld worden. Dit kan alleen bij daglicht. Is er te weinig of teveel separatie tussen de verschillende proefdelen, dan kan het diafragma een stop kleiner of groter gedraaid worden. Ook kan de belichtingstijd aangepast worden. Let op dat dit niet te kort of te lang duurt. Bij een te korte tijd heb je bijna niet de mogelijkheid om door te drukken of tegen te houden. Bij te lange belichtingstijd reageert de emulsie niet meer door reciprociteit. Dit is het onvermogen van de emulsie om na lange tijd nog te reageren op licht. Ook kan nu beoordeeld worden op contrast. Is dit teveel of te weinig dan kan het filter aangepast worden.
Hierna kan de uiteindelijke afdruk gemaakt worden. Hierbij kan je met hulpmiddelen licht wat tegenhouden op plekken die wat te donker zijn. Dit heet tegenhouden (dodge). Ook kan je een groot stuk karton nemen met een klein gat erin om delen van de foto extra te belichten. Dit heet doordrukken (burne). Daarnaast is er een techniek dat split-grade printing heet. Hierbij kan je foto met meerdere multigrade filters belichten of doordrukken en tegenhouden. Na afloop kunnen de chemicaliën bewaard of afgevoerd als KCA worden. De uiteindelijke afdruk moet goed gespoeld worden. Neem hier de tijd voor om de zuren uit de emulsie spoelen door diffusie. Door diffusie worden de deeltjes van een gebied met een hogere zuurgraad verplaatst naar een lagere zuurgraad. Het totale effect is om de zuurconcentratie in de emulsie en het spoelwater gelijk te maken. Goed spoelen duurt rond de 15 minuten.
- Vergroter met lens (50 mm kleinbeeld, 80 mm middenformaat, 135 mm 4x5" vlakfilm)
- Vergrotingsbord
- Dokalamp (rood)
- Multigrade filters
- Korrelzoeker of scherpstel loep
- Dokaklok/timer
- Ontwikkelschalen (3x)
- Papiertangen (3x)
- Thermometer
- Chemie: Papierontwikkelaar, stopbad, fixeer.
- Fotopapier (multigrade)
Al deze benodigdheden kan je nieuw kopen, maar ook via marktplaats goedkoop tweedehands aanschaffen, op de chemicaliën en het papier na. Zwart-wit fotopapier mag absoluut niet worden blootgesteld worden aan daglicht, maar is ongevoelig voor puur rood dokalicht. Er zijn twee soorten typen fotopapier, namelijk papier met een vaste gradatie en multigrade papier. De gradatie houdt in de mate van contrast. Gradatie 1 is zeer zacht contrast, gradatie 5 is zeer contrastrijk. Vanaf nu wordt op deze site alleen multigrade papier besproken. Voor het belichten van multigrade papier zijn multigrade filters nodig.
Vergroters zijn verkrijgbaar in diverse uitvoeringen, namelijk met diffusor, condensor of met een combinatie van beide. Een diffusor is een matglas dat ervoor zorgt dat het licht evenredig over het fotopapier wordt verdeeld. Een diffusor zorgt voor een wat zachter contrast. Een condensor zijn twee omgekeerde halfronde lenzen. Deze geven een scherper en contrastrijker afdruk. Nadeel is dat hierbij stofdeeltjes ook scherper worden afgedrukt. Bij een combinatie van beide probeert men beide positieve eigenschappen te combineren. Bij het vergroten van kleinbeeldfilm is een 50mm lens nodig. Bij het vergroten van rolfilm (middenformaat) is een 80mm lens en bij grootformaat 4x5” vlakfilm is een 135mm lens nodig. Dit zorgt ervoor dat de vergroterkop niet dichtbij of te veraf van het fotopapier komt te staan. Bovendien zijn dit de standaardlenzen bij camera’s van elk type filmgrootte. Moderne vergroters zijn uitgerust met een lade waarin multigrade filters geplaatst kunnen worden.
Multigrade filters zijn genummerd van 00–5 in stappen van een halve stap, waarbij het laagste filternummer overeenkomt met het zachtste contrast. Multigrade papier is gevoelig voor groen en blauw licht. Filters in deze kleuren zijn te donker. Door deze te mengen met rood worden de kleuren lichter, namelijk geel en magenta. Fotopapier is niet gevoelig voor rood licht. De belichtingstijd voor filters 00–3½ is hetzelfde en wordt vervolgens eenvoudigweg verdubbeld voor filters 4–5, en hierdoor hoeft er bijna geen omrekening plaatst te vinden.
Wanneer de ontwikkelschalen zijn gevuld met ontwikkelaar, stopbad en fixeer dan kan er een negatief in de vergroter worden geplaatst. Als dan het licht is uitgedaan en de dokalamp staat aan, dan kan een vel fotopapier uit de verpakking worden gehaald en op het vergrotingsbord onder de vergroter worden gelegd. Onder de lens van de vergroter zit een houder met een rood filter. Deze wordt nu tussen de lens en het fotopapier gedraaid. Als nu de vergroter wordt aangezet dan verschijnt na het scherpstellen bij een volledig open gedraaid diafragma en een multigrade filter van 2½ een rood beeld op het fotopapier. Omdat fotopapier ongevoelig is voor rood licht gebeurd er nu nog niets. Met de korrelzoeker of scherpstel loep wordt nu heel precies scherp gesteld zodat de afzonderlijke korrels zichtbaar zijn.
Met een stuk karton kan een groot deel (bijvoorbeeld 9/10e deel) van het fotopapier worden afgedekt. Nu kan het rode filter tussen het fotopapier en de lens worden weggedraaid. Het diafragma wordt naar ongeveer op f/5.6 gedraaid. Met de dokatimer kan nu 1 seconde het fotopapier worden belicht. Daarna kan het karton 1/10e deel verder worden verplaatst. Opnieuw kan er 1 seconde worden belicht. Dit kan dan verder herhaald worden. Nadat deze proefstrook volledig is belicht kan deze worden overgebracht naar de schaal met ontwikkelaar.
Wanneer het fotopapier is ondergedompeld met behulp van de papiertang die bij de ontwikkelschaal hoort, moet het papier zo lang in de ontwikkelaar blijven totdat deze volledig is uitontwikkeld. Pas daarna mag het papier worden overgebracht naar het stopbad. De tang van het ontwikkelschaal mag absoluut niet in aanraking komen met het vloeistof van het stopbad. Na 1 minuut kan met behulp van de tang van het stopbad het papier worden overgebracht naar het fixeerbad. De tang van het stopbad mag niet in aanraking komen met het fixeer. Na ongeveer 7 minuten kan het fotopapier worden overgebracht na bijvoorbeeld een wasbak of emmer om te laten spoelen.
Nu kan de proefstrook beoordeeld worden. Dit kan alleen bij daglicht. Is er te weinig of teveel separatie tussen de verschillende proefdelen, dan kan het diafragma een stop kleiner of groter gedraaid worden. Ook kan de belichtingstijd aangepast worden. Let op dat dit niet te kort of te lang duurt. Bij een te korte tijd heb je bijna niet de mogelijkheid om door te drukken of tegen te houden. Bij te lange belichtingstijd reageert de emulsie niet meer door reciprociteit. Dit is het onvermogen van de emulsie om na lange tijd nog te reageren op licht. Ook kan nu beoordeeld worden op contrast. Is dit teveel of te weinig dan kan het filter aangepast worden.
Hierna kan de uiteindelijke afdruk gemaakt worden. Hierbij kan je met hulpmiddelen licht wat tegenhouden op plekken die wat te donker zijn. Dit heet tegenhouden (dodge). Ook kan je een groot stuk karton nemen met een klein gat erin om delen van de foto extra te belichten. Dit heet doordrukken (burne). Daarnaast is er een techniek dat split-grade printing heet. Hierbij kan je foto met meerdere multigrade filters belichten of doordrukken en tegenhouden. Na afloop kunnen de chemicaliën bewaard of afgevoerd als KCA worden. De uiteindelijke afdruk moet goed gespoeld worden. Neem hier de tijd voor om de zuren uit de emulsie spoelen door diffusie. Door diffusie worden de deeltjes van een gebied met een hogere zuurgraad verplaatst naar een lagere zuurgraad. Het totale effect is om de zuurconcentratie in de emulsie en het spoelwater gelijk te maken. Goed spoelen duurt rond de 15 minuten.